Wie ben ik?
Wellicht ken je me van een workshop, een voorstelling over jonge mantelzorgers op school of wellicht van een reclame op tv.
Ik speel o.a in de de reclame van Kordaat, kordaat coronaproof versie en die van Senseo.
Ik ben afgestudeerd theaterdocent (NHL 2009) met een voorliefde voor improvisatietheater. Hieronder kan je mijn eigen reis lezen.
De cursor knippert nu al een tijdje. Ik merk dat ik het lastig vind om te zeggen wie ik ben. Ik wil wel dat je hier iets leest wat authentiek is. En soms is het gewoon een kwestie van gaan!
Ik kan me nog goed herinneren dat ik tijdens mijn opleiding tot theaterdocent aan een publiek moest vertellen wie ik was en wat mijn leerdoelen waren. Ik durfde het publiek niet eens aan te kijken! Ik ben geen gelikte marketeer die met het grootste gemak vertelt hoe geweldig hij is en wat hij allemaal wel niet voor jou kan betekenen. Ook doe ik onwijs lang over het nemen van een beslissing. Ben ik niet heel direct in mijn communicatie, maar wel heel extrovert in mijn gedrag en dol op applaus. Loyaliteit is voor mij belangrijker dan holle ambitie. Omdat ik jou graag mee zou nemen op reis, zal ik je ook vertellen hoe mijn reis is geweest.
Mijn eerste ervaring met toneel was op het werk van mijn moeder. Ze werkte op wat nu de Hogeschool Utrecht is en de studenten hadden een Theatrale performance met een enorme draak en een hoop vuur (door met planten spuiten gevuld met benzine in een fakkel te spuiten). Ik vond het fantastisch.
Het duurde wel even voordat ik zelf iets met theater ging doen. Mijn moeder gaf mij op voor de kinderoperette in Apeldoorn. Als ventje van 11 kreeg ik zowaar de hoofdrol, veel te vroeg en veel te veel ineens voor een ventje van die leeftijd. Het voelde heerlijk om als een vorst behandeld te worden, maar je wordt er ook afschuwelijk arrogant van. Er wordt een lelijk stukje mens in je losgemaakt. Ik zie dit soms nog steeds bij kinderen die bij een grote musicalvereniging gaan in de hoop op een sterrenstatus, die ze als opium via verschillende talentenshows wordt aangedragen. Veel duurzamer waren mijn ervaringen in het jeugdtoneel met kleine uitvoeringen met stukken die we zelf hadden bedacht.
Op mijn 17e kwam ik in aanraking met theatersport. Mijn eerste docente was Isa Roest en zij wist me de lol van het spelen bij te brengen. Van haar leerde ik ook 'gekke' typetjes spelen. Ik weet nog goed dat ik mijn eerste voorstelling speelde en er 'per ongeluk' iets grappigs zei. Er viel een regen van rozen over mij. In de theatersport krijgt het publiek namelijk rozen die ze naar de spelers mogen gooien als waardering. Ik ging verder met theatersport bij effe belle en na 3 jaar bedacht ik dat ik wel even de Toneelschool of Kleinkunst academie zou gaan doen.
Dat was een harde klap met de realiteit. Ik kon geen noot zingen, zeker geen tekst onthouden en twee van de drie mensen achter het tafeltje lachte me gewoon uit. Wellicht terecht. Het was dus duidelijk te vroeg.
Ik rondde mijn MBO af en ging naar de politieschool, die hebben immers ook een strenge selectie. Drie jaar later, ondertussen gestopt bij de politieschool (maar had er onbewust een hoop geleerd wat ik als theaterdocent nog steeds toepas), ben ik opnieuw selecties gaan doen voor diverse toneelscholen en opleidingen voor theaterdocent. Ik was inmiddels 23 en wist dat als ik echt iets professioneels wilde met theater het nu of nooit was (wanneer je professioneel met theater bezig wilt moet je, je eigenlijk voor je 25e laten scholen). Natuurlijk werd ik weer op een aantal scholen afgewezen, maar het ging al met al een stuk beter dan 5 jaar geleden. De vijf jaar theatersporten hadden me een hoop spelroutine gebracht en ik werd aangenomen op de opleiding voor theaterdocent in Leeuwarden.
Leeuwarden, Friesland ver weg van mijn vertrouwde dorpje. Het was kei en keihard werken, een gemiddelde week bestond uit 43 uur en vaker meer. Er werd je een ijzeren discipline bijgebracht die je eerder zou verwachten bij de Navy seals. Dertig seconden te laat voor de stemles? Wegwezen? Bloed op je scheen? Eerst doorspelen daarna EHBO. Het maakte ook dat ik me er nog steeds over kan opwinden als iemand een cursus (van 3 tot 13 zondagen) doet en zich óók theaterdocent of (trainings)acteur noemt. Maar het was natuurlijk niet alleen maar afzien. Tijdens de opleiding mocht ik fantastisch expitimenteren met het maken van theater. Zo maakten we kennis met Stanislavski, Laban, Grotovski en Tadeus Kantor.
Het genieten van een studentenleven begon dan pas echt een beetje in mijn 3e jaar, toen ik lid werd van een studentenvereniging. In mijn 2e jaar begon ik met lesgeven in theatersport (idd als stage) en in mijn 3e jaar op die studentenvereniging ging ik voor het eerst zelf een cursus opzetten. Uit die cursus kwamen diverse talenten die zelfs later meervoudig Nederlands kampioen zijn geworden. Hoe kwam het dat juist dit zo succesvol was, beschrijf ik in de Wolwêze doctrine. Ook mocht stage lopen en later zelfs lesgeven aan de hoge school Utrecht (ik gaf het vak verhalen vertellen aan studenten CMV)
Na mijn opleiding ging ik verder met het spelen en ontwikkelen van improvisatietheater. Ik heb bij diverse groepen gespeeld waaronder Pulp, impro inc en de Jonge Woudlopers en heb diverse nieuwe lange impro formats ontwikkeld zoals: op kantoor, Cheers, Christmas Carrol en Sleutelmomenten. Ik reisde het hele land door, gaf tijdens en na mijn opleiding aan zeer veel groepen les en speelde op enorm veel kleine podia. Ik heb nog steeds een grote voorliefde voor de kleine theaters met een vlakke vloer. Met de laatste groep (De Jonge Woudlopers) werd ik in 2009 en 2011 Nederlands Studenten kampioen en in 2013 Nederlands en Vlaams kampioen theatersport. Recenter (in 2016) wonnen we het Theatersport Toernooi van het Noorden.
Naast theatersport speel ik ook bij Sprietsels. Hier maken we improvisatietheater voor kinderen gebaseerd op sprookjes.
De reden dat ik zelf nog steeds aan improvisatietheater doe, is het moment waarop je na de instructie omhoog komt van je stoel en je geen idee hebt wat er zo gaat gebeuren en/of wat je gaat doen. Het moment dat je op de vloer de connectie met je medespeler vindt (vooral als je bijna lachend uit je rol valt) en het moment dat je in je stoel valt, wanneer het voelt alsof je net een marathon hebt gelopen. Maar dan wel voor publiek. En wanneer ik mag zien dat jullie dit als deelnemers doormaken!