Improschool Apeldoorn

Blogs

Picture
  • Cursussen
  • Workshops
  • Voorstellingen
  • Wie
  • Contact
  • Blogs
  • Impro voor kids
  • Rechts van het midden

20/3/2018

Procesgerichte didactiek

0 Reacties

Read Now
 
Foto
Introductie
Voor de maandelijkse nieuwsbrief van Cultuurwijzer Apeldoorn werd ik gevraagd om een blog te schrijven over proces gerichte didactiek. Best een uitdaging want  terwijl ik dit schrijf lig ik rillend van de koorts in mijn bed. Maar het is een wonder wat je kan als je, je effe plat slikt. Dus daarom u ook op de website van improschool Apeldoorn. Redigeren is gebeurd door Tessa Korf, ik vind d'r top!
Werk je ook op een basisschool en wil je ook meegenomen worden in de nieuwsbrief van cultuurwijzer met leuke artikelen verhalen, kortom inspiratie? Hier kan je contact opnemen vinden ze leuk. http://www.cultuurwijzerapeldoorn.nl/

Procesgerichte didactiek, een terugblik
‘Procesgerichte didactiek’, kent u die term? Op 7 maart kregen de leerkrachten van de Regenboog hierover een training door mij en een aantal kunstvakcollega’s. Wij hadden er tot voor kort ook nog niet van gehoord, of de klok wel horen luiden maar….. In een maatschappij waarin verandering de norm is en informatie uitwisseling zo snel gaat dat het weten (de kennis) ondergeschikt is aan de toepassing, het verbinden en het vergaren, is het zaak meester te worden van je proces. (bron: Tedtalk Odi Obeng)  
 
Wij (de kunstvakdocenten) gingen in training bij Karin Kotte, een specialist op het gebied van procesgerichte didactiek in cultuureducatie. Zij vertelde over de balans tussen ambacht en vrije expressie. Het verschil tussen een knutselwerkje van Pinterest dat er strak uit ziet (resultaatgericht) en een kind dat kleuren verf op een papier smijt. Voor mij als theaterdocent met als specialisme improvisatie kwam dit maar al te bekend voor. Niet zelden krijg ik te horen als ergens de organisatie rommelig is: ”Dan improviseer je toch wat, daar ben je toch goed in?”. Maar zo werkt het niet. Improvisatietheater waarbij het proces je product is, werkt alleen wanneer je hele duidelijke kaders hebt. Roemer Lievaard, een theatermaker uit Amsterdam, schreef daar een mooi blog over.  
Dus zelfs in iets dat zo procesgericht is als improvisatietheater, is de balans (comfortzone) belangrijk.
Verder lichtte Karin de vier stappen van procesgerichte didactiek toe. Namelijk: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Daarna hebben we hier met de vier docenten een trainingsmiddag aan besteed, waarbij we kritisch door elkaars lesopzet zijn gegaan. Vervolgens ging ik met mijn doorgezaagde lesopzet naar de regenboog. Lees verder…
 
Ik begon mijn training op de Regenboog met twee beloftes. De eerste: Aan het einde van de workshop heb je een verhaal (theaterscript) dat je kunt gebruiken in je eigen klas. (- En snap je hoe je het moet maken. - Maar dat liet ik ze ervaren.) Wat me opvalt in trainingen aan PO docenten is dat ze het liefst direct praktische hulpmiddelen krijgen die ze dan ook direct in kunnen zetten. Ik noem het even het ‘Pinterest leitmotiv’. Daarom was mijn tweede belofte: je bent zelf verantwoordelijk voor de overdracht naar jouw doelgroep. Hiermee stimuleerde ik ze zich te focussen op het proces, in plaats van op het product.  
Tijdens de workshop werkten we keurig toe naar het maken van een verhaal met elkaar, waarbij ik bij iedere oefening uitlegde of uitvroeg waarom deze oefening gedaan werd. Ik leerde ze associëren, aansluiten en heel belangrijk: comfortabel te zijn met falen. Want waarom is dat laatste zo belangrijk? Ook dit heeft alles met creativiteit en flow te maken. Als voorbeeld vertelde ik over een training die ik gegeven heb aan een groot bedrijf dat tenders schrijft voor de bouw. Dit gaat vaak om miljoenenprojecten en een enkele fout kan zorgen dat de aanbesteding naar de concurrent gaat. Tegelijkertijd moeten ze constant innoveren en creatieve oplossingen verzinnen, want de veranderingen blijven doorgaan. Dit lijkt een onmogelijke paradox. Om te testen hoe dit werkt bij hen, heb ik ze ingedeeld in vier groepen: introvert-relatiegericht, introvert-ratiogericht, extravert-ratiogericht en extravert-relatiegericht. Voor diegene die er meer over willen weten google dan even op ‘insights discovery’ maar voor dit verhaal is dit voldoende. Ik liet hen de marsmallow test doen. Het is wat Amerikaans maar als je de extreme superlatieven wegdenkt best het kijken waard. Wat daar opviel en dat wordt ook verteld in het filmpje, is dat de groep die won en het meest succesvol was de groep: extravert-relatiegericht was. Waar andere groepen eerst uitzochten wie de leiding nam of eerst in hun hoofd het beste idee wilde maken alvorens het te delen, ging deze groep direct aan de slag. Ieder idee werd direct uitgeprobeerd, stortte in, werd aangepast en weer uitgeprobeerd. En ze hadden lol in dit proces, ze waren comfortabel met hun falen. Je hoort wel eens iemand zeggen: ”ja maar ik ben niet creatief”. Dan denk ik: Ja dat klopt, niet omdat je genetisch niet creatief bent, maar omdat je jezelf censureert en je ideeën niet in een vroeg stadium deelt. In de training legde ik uit dat alvorens je naar een product kan werken, er eerst een aantal oefeningen nodig zijn om het proces zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.
 
Nu de toepassing naar de alledaagse schoolrealiteit, wat heb je hier nu aan?
 
Ik stel je twee juffen voor:
Juf A geeft les op OBS het riddertje in Kalmshaar (niet bestaand), Juf B geeft les op de Regenboog en heeft een workshop gekregen van zo’n maffe theaterdocent over procesgerichte didactiek.
 
Het is maandagochtend en beide juffen willen beginnen met hun rekenles. De leerlingen komen sloom en moe binnen. Ze hebben dit weekend duidelijk niet goed uit kunnen rusten. De juffen geven instructies en de kinderen gaan aan het werk. Maar de juffen zien dat focus ontbreekt en het werk tergend langzaam verloopt. Juf A wil positief labelen en denkt wat als ik een beloning in het vooruitzicht stel. Maar dan denkt ze tegelijkertijd aan hoe vervelend dat is voor de kinderen die minder goed zijn in rekenen en ziet er van af. Het zit er vandaag gewoon even niet in. De kinderen verlaten zuchtend het klaslokaal voor de pauze: “Wat is rekenen toch stom, zien ze niet dat ik moe ben?”
 
Juf B ziet hetzelfde gebeuren en herinnert zich de training. Ze herkent en erkent het procesprobleem en besluit te in te grijpen. Ze grabbelt een jongleerballetje uit haar lade en roep: ”iedereen staan”. Er gaat een schrikreactie door de klas, de kinderen kijken elkaar aan, wat is dit? De juf gooit het balletje naar een leerling. Verbaast vangt hij het balletje. “Je mag het balletje niet langer dan 2 seconden vasthouden, dan moet je het naar iemand anders gooien.” De jongen gooit het balletje net iets te hard naar iemand anders. Nog een regel: “Als je niet vangt moeten zowel de vanger als de gooier zitten.” De jongens kijken elkaar aan. De juf beseft dat de jongens teleurgesteld zijn en past aan: “Maar iedereen heeft 1 leven en mag dus een fout maken.” De bal gaat de klas rond in hoog tempo. Iedereen let alert op om hem te vangen en te gooien.  De juf koppelt de opdracht nu aan het rekenwerk. Laten we zeggen dat ze bezig zijn met aftrekken en optellen van getallen boven de tien. Leerling 1 roept een getal en gooit de bal naar leerling 2, deze roept de berekening, erbij of eraf en gooit de bal door naar leerling 3 die roept een getal boven de tien en gooit ‘de som’ door naar leerling 3 welke ineens het antwoord moet roepen. Hij mag er niet over nadenken hij moet instinctief een antwoord roepen. Als het goed is klinkt er een belletje, als het fout is klinkt er kort applaus en mag hij de bal verder gooien. In het begin worden er veel foute antwoorden gegeven maar op den duur volgen er steeds meer goede antwoorden. De kinderen vragen de volgende dag blij: ”Juf gaan we weer rekenen”?  Juf B heeft zelfstandig een transfer gemaakt naar haar eigen werkpraktijk en heeft een keuze gemaakt om het proces te stimuleren. Hiervoor was wel de juiste inspiratie nodig!
 
Ook behoefte aan inspiratie? Ik geef graag dezelfde workshop bij jullie op school!
 
Fulco


Share

0 Reacties

25/2/2018

we hebben een clubje opgericht

0 Reacties

Read Now
 

Vereniging, groep of gezelschap wat zijn de verschillen?

Foto

Stel je doet aan improvisatietheater en je wilt met je mede cursisten een clubje oprichten waarmee je kan optreden. Wat zijn dan je opties, wat zijn de verschillen en waar loop je tegenaan?

Als docent heb ik veel groepjes, verenigingen en gezelschappen meegemaakt en ze lopen vaak tegen dezelfde zaken aan.  En natuurlijk hebben ze vroeg of laat allemaal met hetzelfde probleem te maken; ‘hoe komen we aan leden?’ Ook daar besteed ik aandacht aan. Allemaal opgezet vanuit mijn praktijk ervaring dus geen bronnen etc, sorry 😉. Maar eerst de typen clubjes.
De vereniging
Een groep spelers wil graag spelen. Natuurlijk kent er wel iemand een notaris en een notaris adviseert altijd; begin een vereniging. Een vereniging begint men meestal uit praktische en organisatorische overwegingen. ‘We hebben een middel nodig om geld te innen van de leden, cursus ruimten te huren, docenten etc etc.’  In ruil voor een jaarlijkse contributie regelt de vereniging alles voor je en mag jij een keer per jaar je stem laten horen. Er wordt een bestuur gekozen dat besluiten maakt horende de leden. Er worden algemene statuten opgesteld en een huishoudelijk regelement waarin de praktische zaken geregeld worden. Dit huishoudelijk regelement mag alleen aangepast worden bij meerderheid van stemmen van de leden, maar zonder dat het de notaris hoeft te passeren, meestal net als eventueel ‘oneervol ontslag’ van leden. In de praktijk houdt het bestuur zich vooral bezig met het voortbestaan van de vereniging en het aantrekken van zoveel mogelijk leden. Leden willen namelijk altijd dat de contributie  omlaag gaat en dit kan meestal alleen gefaciliteerd worden als er meer leden zijn. Het voortbestaan is dus vele malen belangrijker dan het artistieke product. De keuzes die het bestuur maakt, zijn dan ook altijd gebaseerd op het ‘plezieren’ van de leden. En dat is dan ook gelijk het grootste manco van een vereniging: ‘het democratische proces’ dat weinig ruimte laat voor individuele groei en of ambitie. Het is wel de duurzaamste organisatie als je geen subsidie krijgt.
 
De groep
Met enkele gelijkgestemden ben je weggelopen uit je vereniging en creëer je een groepje. Een speeltuin waarin je met elkaar datgene gaat maken dat je niet voor elkaar kreeg bij je vereniging. Je hebt veel plezier met elkaar en dat spat er af op het podium. Daardoor krijgen jullie binnen je niche best veel publiek en sociale status. Je komt makkelijk tot besluiten, want dat jullie dezelfde behoefte en smaak hadden, was jullie reden om elkaar op te zoeken. Zodra er een docent ingehuurd moet worden hoesten jullie samen even een bedrag op en ook de huur van dat theatertje draag je met elkaar. Van de opbrengst van de recette, wordt de pianist betaald en de rest wordt die avond in de kroeg opgedronken. Soms is er een klus, maar dan is er gelukkig altijd wel iemand die ZZP’er is en via payroll systemen de anderen uitbetaald. Maar na een tijd is het plezier van het begin er een beetje af. Soms is het succes iets minder of er zijn irritaties onderling zoals:  die ene ZZP’er verdient nu wel heel veel aan de rest, zij doet nooit iets in de organisatie  en weer een ander is wel heel dominant in hoe de voorstelling moet gaan.  Of iedereen heeft het heel druk met werk  of krijgt kinderen en als een nachtkaarsje dooft het plezier en daarmee ‘de groep’ uit.
 
Het gezelschap
Het grootste verschil met het gezelschap boven de andere hierboven staande organisaties is dat het eindproduct centraal staat. Dit eindproduct en de continue kwaliteit hiervan worden bewaakt door een artistiek leider.  Deze visionair wordt voor een bepaalde tijd aangesteld om zijn visie om te gieten tot een product met continue kwaliteit. Hiervoor mag hij spelers/acteurs aantrekken en ontslaan. Aan het einde wordt hij afgerekend op de kwaliteit van het artistieke product. Hij wordt ondersteund door een heel team onder leiding van de zakelijk leider. Niks geen inspraak, niks geen democratische besluitstroop, alles is ondergeschikt aan het product. Het lastige is dat dit eigenlijk alleen werkt als je subsidie krijgt waardoor je of tegen een belachelijk laag lidmaatschap of tegen betaling spelers laat spelen. Anders krijg je snel dat spelers toch de behoefte aan inspraak willen, want wie betaalt, bepaalt immers. De sociale status hiervan is groot, want je bent geselecteerd en je speelt doorgaans in een succesvol product.  In de amateur of semi prof sector werkt dit het beste op project basis.
Het staat en valt echter wel met de financiering, als deze wegvalt en niet opgevangen wordt door recette of andere vormen van inkomen, valt de boel uiteindelijk uit elkaar.
 
De Business
Deze valt er niet helemaal in, maar ik neem hem toch even mee omdat het in de praktijk wel een optie is. Het is wat er gebeurt wanneer de zakelijke belangen en de zakelijk leider de overhand nemen. Bij de vereniging kan dit gebeuren wanneer er (om de contributie te verlagen) een klussen team opgezet wordt en dit team steeds succesvoller wordt en de leden die zich hier veel voor inzetten ook een gage gaat uitbetalen. Vervolgens gaan ze zelf de leden willen kiezen voor de bijbehorende klussen om de kwaliteit te waarborgen. Langzaam gaan ze zich verder als autonome entiteit binnen de vereniging bewegen totdat ze een eigen bedrijf worden met een eigen business model. Het spelen voor de vereniging wordt secundair.  Of een subgroep uit de vereniging vergaart kennis buiten de vereniging en begint een bedrijf. Ook hierbij zie je dat deze leden op den duur uittreden.
Vanuit de groep kan het ook. De ene ZZP’er groeit met zijn business of de groep doet meer en meer zakelijke klussen en tijgert zijn weg naar een VOF.  
Bij het gezelschap gebeurt het wanneer er geen subsidie is en het gezelschap op andere wijzen aan hun geld moeten komen. Je ziet dit bijvoorbeeld wanneer onderwijs of bedrijfsworkshops bij theatergezelschappen een steeds belangrijkere rol in gaan nemen. Het gezelschap gaat vooral in opdracht van bedrijven en instellingen producties maken en de zakelijk neemt de facto de leiding over van de artistiek leider.
Het grootste verschil met alle eerder genoemde vormen is, dat vooral de winst en de klant de belangrijkste doelen worden.
Onder de blog vindt je de matrix samenvatting:
 
 
Ledenjacht
Dan nog een kort extraatje.
Hoe kom je als clubje aan leden en hoe behoud je ze? Ervaring leert me dat er twee zaken zijn die maken of iemand zich aan wil sluiten en vooral aangesloten wil blijven. Dat iemand iedere maandagavond zijn kinderen en partner teleurstelt en zich naar het repetitielokaal begeeft; sociale status en beloning.
 
Sociale status
Het biertje dat je na afloop wordt aangeboden door een fan, je kop in de lokale krant, die keer dat je op straat herkend werd en natuurlijk dat moment waarop alle ogen jouw kant op gaan als je op het theaterweekend verteld dat je bij ‘HET’ clubje bent gevraagd. Kortom het applaus! Je kan je bescheiden opstellen, maar kom op, als je niet een beetje aandachtgeil was, was je wel gaan klaverjassen.
 
Beloning
‘Show me the Money!’ Beloning hoeft niet alleen financieel te zijn, maar het is wel makkelijk. ‘Sorry schatje het is werk’ is natuurlijk het ultieme excuus om die maandagavond de deur achter je dicht te trekken. Beloning kan ook op andere manieren tot uiting komen bijvoorbeeld op het gebied van gemak door de spelers te ontzorgen. Ook op  sociaal gebied kan je belonen, zo zijn sommige spelersgroepen ook echte hechte vrienden groepen. Een jaarlijkse barbecue of theaterweekend doen dan wonderen. Kanttekening bij deze laatste is wel dat wanneer het biertje na de repetitie belangrijker wordt gevonden dan de les, het is doorgeslagen en het einde in zicht is. Tevens staan ‘inner cicles ‘ met een kleine groep hele hechte vrienden niet open voor nieuwe leden.
Wanneer de sociale status en de beloning hoog zijn, heb je als groep de sterkste cohesie en aantrekkingskracht.  Wanneer een van de twee wegvalt, omdat de groep bijvoorbeeld niet meer wil optreden of de contributie verhoogd moet worden, neemt de motivatie af. Dan is het goed om als organisatie in te grijpen: ‘Oké, de contributie moet omhoog, maar dan spelen we wel in een super vet decor!’ Hieronder heb ik het voor je in een matrixje gezet. In het bedrijfsleven zie ik dit trouwens ook terug: “oké, ik werk dan wel als ICT’er maar ik heb wel een dikke leasebak onder mijn kont!”
Zie de samenvatting in de Roos/matrix onder de blog.
 

 
 
Dit waren mijn ervaringen, ik ben benieuwd naar alle uitzonderingen op de regel die jullie hebben ervaren en wens je veel plezier in de keuze voor jullie nieuwe vereniging, groep of gezelschap.


Foto
Foto

Share

0 Reacties

31/1/2018

Creative Overkill

0 Reacties

Read Now
 
Foto
Creative Overkill Gimmi Shelter.
 

Een van de belangrijkste benodigdheden voor een goede improtaart is een associatiebrein.
Het is Januari, nou ja eind Januari, dus dit kan ook de blog voor februari zijn, goede kans dat je dit pas leest in februari, maar dan is het niet meer de blog van Januari of het is de blog van januari en februari, maar dan heb ik niet iedere maand een blog geschreven.
 Ja, het plafond is nog steeds dezelfde kleur. Naast mij ligt mijn vrouw te slapen nog steeds in een diepe rust.  Synchroon met deze blog vormen zich er nog 10 in mijn hoofd, als mede 3 lessen en zes voorstellingen.  Ik moet nu echt gaan slapen, ik moet zes uur weer op staan maar het lukt niet. Het is alsof ik toeschouwer ben van mijn eigen brein. Het is alsof ik honderden nee duizenden oplichtende wormpjes uit mijn hoofd zie stromen de oneindige kosmos in. Na een tijdje kruisen ze elkaar en uit die verbinding komt een stoot licht vrij. De donkere kamer licht op als een flipperkast, logisch dat ik niet kan slapen. De juke box in mijn hoofd speelt Gimmi Shelter van de Rolling Stones tijdens dit proces. Het is niet per sé een onaangename ervaring maar wel vermoeiend en vooral veel.

Gimmi Shelter

Wat doe je als het denken niet stopt? Wanneer tien kritische denkers, twintig extroverte creatievelingen met een ‘can do’ attitude, een bandje en een moderne danser tegelijkertijd met elkaar in debat zijn in je hoofd.  
Ook op het persoonlijk vlak waren December en Januari de maanden van VEEL, ook emotioneel. 20017 was mijn beste boekjaar ooit,   een van mijn beste vrienden overleed in een auto ongeluk, ik heb een nieuw huis wat nog steeds niet af is, ik heb niet eerder zoveel voorstellingen in een maand gespeeld, de voorstellingen van Sprietsels en over jonge mantelzorgers worden super goed ontvangen en mijn boekhouder is plots overleden en ik ben gesprekken aan het voeren met mogelijke vervangers.
Ik gun je een wandeling zei iemand. Kom op zeg , ik ben nog geen 60.
 
Gisteren was een intensive les over ‘finding the game’. Een principe wat je eigenlijk pas snapt als je het ziet. Een zoekende worstelende les met een bak weerstand waar je u tegen zegt die eindigde in scenes waar de tranen over je wangen lopen van het lachen. Kortom de les moest nog even doorgezet worden in de kroeg. Even recapituleren, wat is hier nou precies gebeurd? Ik kijk in de licht gedimde kroeg nog even op mijn telefoon, helaas trein gemist. Gelukkig is er nog een, pak ik die toch. In de trein lees ik het reisverslag pas goed,…van Apeldoorn naar Zwolle. Naar Zwolle??? In Deventer pak ik een taxi. De volgende dag moet ik wandelend naar het station. O Klak had ik niet een afspraak met een boekhouder, ik ren terug check mijn agenda, nee gelukkig niet, helemaal vrij. Ik trek de deur dicht begin met lopen en zet de stopwatch, toch handig om te weten denk ik voor het geval… Ik doe mijn koptelefoon op, gimmi shelter klinkt door de oorkussens.
Zachtjes drumt de motregen mee met Charlie Watt’s. Een kwartier later wandel ik het stationsplein op. Ik sta even stil om de tijd te bekijken. Op dat moment kondigen vrolijke fluiten het nummer van Gerard van de Maaskakkers aan. “Hee gaode mee dan gaon we'n eindje lopen Hou toch op mee poetsen, kijk toch nie zo nauw”. Het is alsof een warme hand even door mijn haar strijkt.  
Er rolt een traan over mijn wang, ik sta even stil.
 
Hee Gaode Mee

Share

0 Reacties

9/12/2017

Waarom Improschool Apeldoorn?

0 Reacties

Read Now
 

Improvisatietheater versterkt de lokale culturele identiteit

Foto
"Waarom Improschool Apeldoorn?"
Ik heb vaak de vraag gekregen waarom ik in Apeldoorn woon.
"Daar ga je toch niet wonen?"
"Waarom woon je niet bij ons in Amsterdam of bij ons in Utrecht?"
Dit geeft natuurlijk een gevoel van weerstand, het frustreerde me hoe er neer gekeken werd op de plek waar ik geboren ben. Ik heb dit bij meer Apeldoorners gehoord. Nu heb je twee opties hoe je hiermee om kan gaan:

Optie één ("Trots op Apeldoorn!"):
Je kan je dit gevoel van miskende trots versterken en de strijd aangaan vanuit een bewijsdrang om: "Apeldoorn op de kaart te zetten". Je organiseert grote evenementen in de stad zoals de Giro of Serious Request of je maakt de grootste schouwburg of het grootste kantoor. Je klopt jezelf zo hard op de borst dat ze het in Amsterdam horen donderen. Maar je bent nog steeds afhankelijk van de bevestiging van anderen. Het is als de cursist die heel graag beroemd wil worden en telkens weer opnieuw applaus nodig heeft om even een gevoel van identiteit te kunnen ervaren.  En ook ik ben wel eens in die valkuil getrapt en dat is ook niet erg zolang je uiteindelijk de leegte die achterblijft na het applaus durft te onderkennen. Daarnaast ben je ontzettend makkelijk te manipuleren. Denk nog even aan die cursist met de behoefte om beroemd te worden. Hij gaat allerlei casting bureaus langs en komt uiteindelijk uit in het woonhuis van een casting  directeur voor wat 'privé lessen' in zijn ondergoed. Dus deze drang naar groot en beroemd zijn gaat op de lange termijn niet helpen en brengt ook nog de nodige gevaren mee.

Optie twee: "(zelfonderzoek"):
Ga na waarom je dit frustreert? En stel jezelf een aantal vragen; "Wie ben ik? Wat kan ik? Wat wil ik zijn? Wat betekent identiteit voor mij?  Wat betekent Apeldoorner zijn?" Na een hoop 'lastige' vragen kwam ik er achter dat het te maken heeft met een zoektocht naar identiteit. En een onderdeel van identiteit is waar je vandaan komt. En als je net als ik bent geboren en getogen in dezelfde stad, heeft dit een grote betekenis. Wanneer identiteit koppelt aan een plek, dan doe je dit niet in je eentje. Dit identiteitsgevoel maak je met elkaar. Cultuur versterkt dit zoekproces. Op een speelse wijze wissel je onbewust ideeën en gedachten uit en kom je tot een gezamenlijk product. Samen vanuit niets íets vormgeven. Door dit uitwisselen versterk je je identiteit.

Improschool Apeldoorn heeft daarom als doel om Apeldoorn cultureel autonomer te maken.
We doen dit door middel van improvisatietheater (cursussen en voorstellingen). Juist bij improvisatietheater wordt de uitwisseling van ideeën door interactie met het publiek versterkt. Publiek is mede eigenaar van het maakproces, soms door een simpele suggestie ("mag ik een locatie") maar soms ook door een kort interview. Het publiek staat dan ook een beetje op gelijke voet met de performer/acteur. Samen zoeken ze naar het mooiste verhaal en zijn ze dienaar van het eindproduct.  De grootte van het publiek moet dit wel toelaten; bij een te groot publiek is deze interactie nihil. Dat vraagt dus niet om een grote schouwburg, maar juist om meerdere, kleine podia. Dat geeft het publiek een keuze in theateraanbod met veel ruimte voor theaterproducten uit de eigen stad. Kleinere, regionale, semiprofessionele theatergezelschappen (zoals een improvisatietheatergezelschap) hebben deze kleine, intieme en betaalbare podia in Apeldoorn hard nodig. Deze zijn nauwelijks te vinden. Want  het met elkaar (publiek en performers) maken van een theatraal product, maakt dat het próduct belangrijker is dan de performer of het podium. Dan ben je een stap dichterbij een cultureel autonome identiteit.
Dat is waarom .


Share

0 Reacties

1/11/2017

Last minute afmeldingen en dan?

1 Reactie

Read Now
 
Foto
Last minute afmeldingen en dan?
 
Iedere vereniging groep of gezelschap heeft er wel eens mee te maken op de dag van de training komt de een na de andere afmelding binnen. En uiteraard allemaal met legitieme redenen. Ziek, werkdruk, de volgende dag een belangrijke klus,  kinderen, partner mist me, etc etc. In deze blog ga ik het van de optiek van de groep (waar groep staat kan ook vereniging of gezelschap staan) en vanuit de docent behandelen.
.
Voor de groep is het lastig om geconfronteerd te worden met zoveel plotselinge afmeldingen. Natuurlijk lijkt het nog fijn om in een klein groepje intensief les te hebben maar het collectieve geheugen is weg. Dit betekent dat alles wat in deze les ontdekt wordt of de vaardigheden die aangeleerd worden, niet door de groep zelf overgedragen kunnen worden. Concreet betekent dit, dat er in de les na de absente les niet zonder uitgebreide instructie in subgroepjes gewerkt kan worden. Bijvoorbeeld: aan het verankeren van de vaardigeden/ uit de absente les. De ruimte voor nieuwe inzichten, verdieping en daadwerkelijke verankering is minimaal. Hierdoor wordt de leerlijn onderbroken en het gewenste resultaat niet behaalt. Uit ervaring weet ik dat het collectieve geheugen in de volgende verhoudingen faalt. Bij een groep van 7 personen faalt het als er 2 afmeldingen zijn. Bij een groep van tien bij drie a vier (bij vijf is het helemaal weg). Kortom wanneer er één derde van de groepsleden niet is, houd het collectieve geheugen niet stand. Degene die er niet was kan in het subgroepje niet even de kat uit de boom kijken en dan aansluiten, hij/zij moet zelf het voorbeeld spelen. Verder krijg je als groep die er wel is vaak te maken met een geïrriteerde docent. Terwijl jij er wel bent!
​.
Wat speelt hierbij voor de groep en wat helpt? De meeste afmeldingen of een aanzienlijk aantal daarvan kunnen die leden van tevoren al lang aan zien komen. Ze hebben hier echter geen zin in om tijd in te ruimen om dit te voorspellen, ze voelen zich schuldig of willen heel graag en stellen het besluit te lang uit. Die hoofdpijn was er een dag eerder ook al, je partner gaf al eerder signalen af dat hij tekort komt en de kinderen waren al twee dagen wat claimerig. Stel het besluit dus niet uit tot het laatste moment. Wees het voor en meld het op zijn minst een dag van tevoren. Je kan er altijd op terugkomen. Hiermee geef je de groep de mogelijkheid om de docent af bellen of ermee te overleggen. Zij worden niet verrast met een fait accompli.  
.
Wat helpt als docent? Stel je hebt een mooie les voorbereid die mooi aansluit op de vorige en op het blokdoel. Dan gaat een uur voor tijd de telefoon en het regent afmeldingen. De mogelijkheid om een nieuwe les voor te bereiden is je ontnomen. Zoals ieder mens voel je frustratie omdat je werk voor niks hebt gedaan, (of het lijkt zo). Je mag best weten mijn persoonlijke grootste frustratie is om geconfronteerd te worden dat ik  veel moeite voor niks heb gedaan. Je weet wel, dat gevoel wat je hebt als je computer crasht en je alles wat je had uitgetikt kwijt bent en je het liefst iets kapot wil maken. Wat nu??! Waarom wordt mij dit aangedaan?!!! Blijf kalm, adem in, adem lang uit en stel jezelf de vragen:
  • Heb je er invloed op? Nee!
  • Is het dus jouw schuld: Nee.
  • En wat kan je wel doen?
  • Wat ligt er wel binnen jouw invloedsfeer?
Of zoals een wijze tovenaar met een witte baard ooit zei: "and so do all who live to see such times. But that is not for them to decide. All we have to decide is what to do with the time that is given us.”
https://www.youtube.com/watch?v=pjAAC13al9s
​
Dus kalm kom je, je lokaal binnen en daar tref je de groep of liever gezegd wat er van over is aan. Bedenk je dan, zij zijn er wel en zij verdienen de tofste les ooit. Alleen dan vertellen ze dit tegen anderen en alleen dan induceren zij het gevoel bij de anderen dat ze iets gemist hebben. 
Natuurlijk voel je, je dan als docent rete kwetsbaar, want je moet onvoorbereid een fantastische les geven, die hen allemaal aanraakt. Of zoals een kleiner figuur uit dezelfde film ooit zie:” Certainty of death. Small chance of success. What are we waiting for? https://www.youtube.com/watch?v=VO0x7vL2T90
 
Dit is wat ik gedaan heb.
Ik heb een les persoonlijke effectiviteit gegeven. We zijn met leervragen van alle vijf de deelnemers aan het werk gegaan. Let op dit kan alleen bij ervaren spelers met introspectieve capaciteiten. Ze moeten de vlieguren hebben gemaakt om patronen te hebben, deze herkennen, erkennen en omzetten naar leervragen. Bij dit laatste help ik door coachend vragen te stellen om de vraag achter de vraag te achterhalen. Voordat je deze uit gaat vragen creëer je eerst een kader. Iedere speler krijgt -x- tijd voor zijn leervraag.  Iedere leervraag wordt verhelderd met een oefening en toegepast in een scéne. Ik heb nieuwe opdrachten verzonnen en bekende opdrachten toegepast op de persoonlijke leervragen door de andere spelers dienstbaar te laten zijn aan de leervraag van het individu.

Share

1 Reactie

8/9/2017

Gratis workshop Impro les geven

5 Reacties

Read Now
 
Update!  De datum staat vast op 13 Oktober 2017 in Startup Apeldoorn aan de John F Kennedylaan 2 in Apeldoorn. Van 09:45  t/m 12:00uur. En er is Nog 1 plek beschikbaar!!

Help, ik moet een theatersportles of improles verzorgen!!


Deze gratis train de trainer workshop is speciaal voor spelers die zelfstandig een improles willen begeleiden. Veel groepen kunnen niet iedere week een trainer betalen en moeten met regelmaat zichzelf lesgeven. In deze workshop leer je hoe. We behandelen de volgende onderdelen:
  1. Doelen stellen.   Het aller belangrijkste is je lesdoel. Stel jezelf de vraag:  'wat wil je aan het einde zien'?
  2. Lesstructuur. Hoe bouw je, je les op naar datgene wat je wilt zien?
  3. Spelmechanismen; de vaardigheden die je moet trainen om te improviseren en de kwintessens van drama.
  4. Visie. Ik deel mijn ervaring en visie met je en daag je uit over je eigen visie na te denken.
  5. JE eigen les. Aan het einde van de sessie loop je weg met je eigen les

Locatie: Startup Apeldoorn John F. Kennedylaan 2 te Apeldoorn
Datum en tijd? Gaan we samen plannen
Deelnemers: maximaal zes dus wees er snel bij want vol is vol!
Benodigdheden: je eigen laptop

Opgeven kan hier http://www.improschoolapeldoorn.nl/aanmelden.html

Maar Fulco waarom gratis? Tuurlijk, ik wil ook alleen werken met mensen die eerlijk hun ambities en wensen delen dus dat doe ik ook graag naar jou toe. De catch is dat je daarna het aanbod krijgt om 1op1 coachingsessies te kopen waarin je, je skills kan aanscherpen. Daarnaast wil ik heel graag mijn visie op improles geven met je delen. En vind ik het van belang dat je dat hier in de regio kan ontwikkelen.



Share

5 Reacties

11/6/2017

Geen N.I.V.E.A. maar V.I.V.E.A

0 Reacties

Read Now
 

Geen N.I.V.E.A. maar V.I.V.E.A

Picture

 
“Je bent wel erg aan het invullen voor de ander!” is veel gehoorde feedback in trainingen voor zorgprofessionals.  Ook in andere vakgebieden is het maken van aannames of ‘voelen voor een ander’ uit den boze. En het uitspreken hiervan al helemaal. En terecht, het beschadigt de relatie en komt snel over als betuttelend, belerend, overbezorgd, bemoeiziek, overgevoelig of oververantwoordelijk (om even enkele valkuilen te duiden). Daarom geldt de regel N.I.V.E.A ofwel; Niet Invullen Voor Een Ander.
In improvisatietheater werkt het andersom. Het helpt het verhaal vooruit door hardop uit te spreken wat je aan je tegenspeler ziet en hoe hij zich ten opzichte van jou verhoudt.  Door dit te benoemen en daarmee te bepalen, kleur je het personage van je tegenspeler in. Door juist wel openlijk in te vullen voor een ander, draag je efficiënter het verhaal over aan je publiek. En door dit niet voor jezelf, maar juist voor de ander te doen (en hij of zij voor jou) versterkt dit het verhaal van de relatie van jullie personages. Ik noem dit V.I.V.E.A vooral invullen voor een ander.
Voorbeeld: twee spelers hebben als relatie gekregen: collega’s. Spelers in de bovenste  kolom gebruiken NIVEA en de spelers in de onderste kolom gebruiken VIVEA.
 N.I.V.E.A.                                                                                                       
Harry: Ans is er iets?
Ans: ja we moeten de deadline halen Harry
Harry: Je lijkt afwezig..
Ans: Ow sorry
Harry: is er iets?
Ans: nee hoor?
Harry: zeker weten?
Ans: ja gewoon de deadline..
Harry: ok, heb je hulp nodig?

V.I.V.E.A.
Harry: Ans je lijkt afwezig.
Telkens als je met mij moet werken begin je te stotteren en wordt je rood.

Ans: Ow ehh ja eh ik ...  …ik vind je knap ik,
ik vind je kaaklijnen mooi,
je stem hees en sexy en je ogen stralend en ik droom over je..
 
Wellicht is het een kwestie van smaak en is het heel anders in het echt dan lezend in mijn column. In een column “zie” je natuurlijk geen eventueel prachtig non-verbaal spel die de theatrale spanning verhoogt, maar de spelers in de tweede kolom hebben slechts twee zinnen nodig om een scene vol theatrale spanning neer te zetten. De spelers in de eerste kolom hebben ons na negen zinnen alleen iets verteld over een deadline en de afwezige houding van Ans.
Dus; vul in voor een ander, plak eigenschappen op een ander, benoem je geschiedenis met elkaar en benoem hoe jij denkt dat de ander zich voelt. Dit werkt omdat de andere speler dit, in tegenstelling tot in het echte leven, zal accepteren als waarheid over zichzelf.
 
Voor gevorderde spelers en trainers, gebruik VIVEA in plaats van endowment of toekennen, plakken, ‘speel je medespeler de hemel in’ etc. Het is Nederlandser, het is eenvoudiger en het zegt wat het bedoelt.



Share

0 Reacties

6/5/2017

Hoe breng je inhoud in je geïmproviseerde scènes

0 Reacties

Read Now
 
Picture
                                   Hoe breng je inhoud in je scènes?
                                     
                                            Over inhoud in de lengte versus  in de breedte

“Als theatermaker of acteur ben je op de eerste plaats bezig met het overbrengen van een verhaal, dat is altijd mijn uitgangspunt”. Zo begon de master class van een bij Tryater verbonden actrice en theatermaakster. En daar ben ik het ook nog steeds erg mee eens. Zelfs als je een abstracte beleving over wilt brengen moet dat gedekt worden door een verhaal of premisse* (*grondig doorgedacht basis idee van je voorstelling).  Als docent of speler in improvisatie stel ik mezelf ook altijd de vraag ’wat is het verhaal dat ik hier aan het vertellen ben’?  

Van Sonja Hoedeman leerde ik dat je een verhaal kan vertellen in de breedte of in de lengte. Dit begrip maakt dat ik als maker docent of speler bewust aandacht kan geven aan een van deze elementen. Wanneer je aan beide elementen evenveel aandacht biedt krijg je de beste inhoud.

Inhoud in de lengte, alles wat vanuit het hier en nu verhaal maakt in de toekomst. Stel je voor je staat op een meetlat. Waar je staat is het hier en nu. Met iedere stap die je vooruit zet in het verhaal geef je aandacht aan de lengte van het verhaal. Je speelt in de lengte wanneer je focus ligt op de reis die het personage doormaakt. Termen die het verhaal in de lengte verder helpen zijn bijvoorbeeld: en toen,  en daardoor,  totdat uiteindelijk en  de volgende logische stap is.. . Wanneer je lengte wil maken in je verhaal zijn er twee tools  die onmisbaar zijn: editing en verhaalstructuren. Editing in tijd en locatie zijn regie ingrepen die een het verhaal helpen in de lengte zoals: even later in herberg de blauwe berg of ondertussen in de keuken van mevrouw Harmsen.  Verhaalstructuren zijn stappenplannen die je helpen een verhaal in de lengte beter te maken. Voorbeelden zijn de story spine van Ken Adams structuur, de reis van de held van Joseph Cambel of het aristotelisch drama.
 
Inhoud in de breedte, alles wat informatie geeft over de waarom van het verhaal. Stel je voor je staat weer op die meetlat maar in plaats van een stap naar voren te zetten zet je een stap richting je publiek. In een terzijde vertel je ze waarom je de volgende stap wilt zetten. Je speelt in de breedte wanneer je focus ligt op het overbrengen van de beweegredenen (psychologie) van het personage. Je blijft meestal in het hier en nu of je terug gaat in de tijd. Wanneer je in de breedte wilt spelen heb je de volgende tools nodig: acteertechnieken en editing. De acteer technieken heb je nodig om het publiek op een geloofwaardige en congruente wijze te laten zien wat het personage doormaakt. De editingtechnieken in de breedte zetten het personage in situaties die zijn eigenschappen aan het licht brengen, iets vertellen over zijn verleden of het personage iets over zichzelf laten zeggen. Vb: Henk weigert stellig pindakaas te eten, wat de vraag op roept waarom dan. Een speler maakt een editing waarbij we Henk zien die onder dwang van zijn vader pindakaas moet eten. De eerst nog door het publiek als vreemd ervaren keus van Henk is ineens logisch en wekt sympathie op.
 
Veel plezier hiermee en bedenk je bij je volgende geïmproviseerde scène: ”zijn lengte en breedte goed in balans”?

Share

0 Reacties

22/4/2017

Once apon a time in Leeuwarden...

0 Reacties

Read Now
 
De Wolwêze doctrine
Een stukje over een spontaan ontstane wijze van improvisatieles geven in combinatie met een directe vuurdoop voor publiek.
Deel 1 Wolwêze een introductieLeeuwarden ergens tussen 2003 en 2004
“Hé Fulco, jij doet toch aan theatersport? Bij Wolwêze doen ze dat ook hoorde ik van een kameraad van me, waarom ga je daar niet een keer kijken?”. Mijn huisgenoot vroeg dit voor de zoveelste keer en ik besloot een kijkje te gaan nemen. Ik zat tussen theatersportgroepen in (?) en had wel behoefte om weer eens te spelen. Theatersport werd niet gegeven op de opleiding (er werd zelfs wat op neer gekeken). Ik liep al eerder met het idee rond maar de locatie, de reputatie en het gegeven van een besloten club gaf me toch een associatie van een parenclub of weed rokend. Daarbij een studentenvereniging…?   Maar allee, zoveel vrienden had ik niet in Leeuwarden, dus mijn nieuwsgierigheid won het van mijn angst.  Terwijl ik op mijn fiets stapte, begonnen de vooroordelen zich op te stapelen. Het was al donker en in het typische Leeuwarder weer van regen en wind begaf ik mij naar het pand aan de Noordzuidvliet 7a9. Ik kwam binnen in de garderobe en er werd me uitgelegd dat ik alleen naar binnen kon als ik lid was of introducé. O zie je wel, hoorde ik mezelf denken en ik wilde al weg gaan.  Er werd de kroeg in geroepen of ik binnen mocht en de jongen achter de bar riep “ja hoor zet maar op mijn naam.” Ik moest mijn naam in een gastenboek zetten en mocht door. Ik kwam in een bar terecht die zich het best laat omschrijven als ‘bruin café’, maar dan zonder ouwe zakken en met vooral jonge mensen die niet veel tijd aan hun kleding besteden. Veel bandjes T-shirts  en hier en daar een piercing.  Net als ik dus. Er werd bier getapt, maar de meeste mensen dronken het uit een flesje. Ik snapte later waarom en dronk sindsdien ook alleen ‘bavjes’ (bavaria uit een flesje). Het tap bier was schraal en zuur (omdat het niet gedronken werd).
Het was niet heel druk. In een ruimte rechts waren een paar mensen hun email aan het checken op de aanwezige opgeknapte pc’s en waren er nog twee aan het poolen. Er hingen een paar mensen aan de bar en achter in de kroeg bij een deur zat een duo dat me opviel. De een was duidelijk van hier, met zwarte gothic achtige jurk, Brabants accent, rood haar en een piercing. De ander had haar haar extreem strak naar achteren in een staart, een strakke spijkerbroek, bloesje en laarsjes met grote hoge hakken. ‘Sexy’ hoor ik mezelf denken.  De man achter de bar een soort Viking met blond haar en een baardje wijst me door naar het meisje in de gothicjurk. Ik moest bij haar zijn, want zij was ‘de activiteiten-co’ of zoiets. Alles was hier in Co’s verdeeld wat betekende ‘coördinator’. Je had een ‘feest-co’ een ‘film-co’ en ik zou de ‘theater-co’ worden, maar dat wist ik toen nog niet. Mijn naam gaf dan ook grote hilariteit aangezien de ‘Vul-co’ ook een functie was.
De dame in de zwarte jurk ronde haar gesprek af met de vrouw met de staart en nodigde me uit aan een tafeltje.  “Dus je wilt wel theatersport doen?” Ik vertelde over dat ik de opleiding tot drama docent deed en behoefte had om lekker te spelen. “Zou je hier ook les willen geven?” Nou, ze overviel me wat, ik was hier voor het eerst. Toen werden we door een andere jongen in een T-shirt onderbroken. “De show gaat beginnen! Doen jullie mee?” werd aan mij en de vrouw met de strakke staart gevraagd. De vrouw met de strakke staart schuifelde wat weifelend naar binnen door de deur in een soort disco waar drie banken tegen elkaar geschoven werden.  De show betekende een soort open les waarbij iemand de vijf theatersportgames die bekend waren voorlas en om spelers vroeg. Er werd uiteraard begonnen met een Cluedo. Leuk en bekend en ik sprong direct op. De vrouw met de staart reageerde een beetje als een snaar van een gitaar die wat te strak gespannen was, ze speelde wel mee maar het ging niet van harte. Na één game ging ze weg. Zonder het me toen al te realiseren had ik een soort sollicitatie assessment gewonnen en werd ik gevraagd om de show te begeleiden.
En zo begon mijn avontuur in Wolwêze met het begeleiden van het wekelijkse open podium. De presentator bereidde een lijstje met games voor, las er een op en vroeg  om spelers. Die kwamen met een biertje of joint in de hand op het podium staan en deden hun ding. Er was een grote mate van veiligheid en iedereen mocht er zijn. Ook voor mijzelf voelde dit erg fijn, het was mijn thuis buiten huis tijdens mijn studententijd. En nog steeds heb ik naar Wolwezens een stukje onvoorwaardelijkheid en trouw.

Deel 2 Wolwêze goed voorbeeld doet… Leeuwarden tussen 2005 en 2006

Nu was ik ‘theaterco’, ik had inmiddels al wat open podia begeleid en was gestart met lessen. Deze hadden een vrije inloop, al werd er wel langzaam wat meer discipline verwacht zodat we op tijd konden beginnen en langzaam een vaste groep konden opbouwen.
De maand september was van oudsher een week met veel activiteiten en een open deur beleid bij Wolwêze. Nieuwe studenten konden proeven aan het ‘verenigingsleven’ en Wolwêze kon zich promoten. Iedere week kreeg hierbij een thema.  Nu kreeg ik de vraag of ik voor de opening van het nieuwe studiejaar ook een week wilde organiseren. De theaterweek.  Ik maakte samen met mijn team en de ‘film co’ (de coördinator van films) een line up van: een verassingsvoorstelling, een theatrale film (Dogville), een open podium, een theatersportwedstrijd van Pulp tegen Pro Deo,  een eenakter uit het eenakterfestival van de NHL, ‘de Arrogantjes live show’ en een Moordspel (waarbij mensen uit het publiek detectives waren die de personages moesten verhoren). Het was een groot succes met een afgeladen dixo (Wolweze slang voor de disco ruimte).  
In een week tijd hadden de leden van Wolwêze (Wolwezens genoemd) verschillende vormen van theater gezien, te weten: een theatersportwedstrijd, een eenakter, een film met duidelijke absurdistische theatrale keuzes, een toegepaste vorm van theater (moordspel) en een excellente uitvoering van improvisatietheater.
In de maanden die volgden, zou Pulp (mijn theatersportgroep in die tijd) nog vaker spelen en zouden er soms ook Wolwezens met Pulp meespelen. In de lessen ontstond een hechtere groep met een zekere ervaring. Deze groep wilde op een gegeven moment een eigen groep beginnen. Dit werd team ‘huh’.  Team ‘huh’ bestond uit alleen Wolwezens en  organiseerde haar eigen wedstrijden. Hiervoor maakte we een draaiboek zodat ze zelfstandig konden werken. Team huh zou nog in de finale van de voorronde (regio Noord) van het NK theatersport staan met Muis (zo noemde ze zichzelf haar echte naam weet ik niet meer), Kevin (man met snor) , Bonne(ook) en Lucien (pianist).

Deel 3: samenwerken en ”fuseren” 2006-2007

Ik gaf in die tijd ook les bij de Noordsterren en samen en zou hier later ook lid worden. Ik begon ook veel minder tot nauwelijks nog les te geven bij Wolwêze.  Samen met Sander Veen, Jurgen Bakker en ook Ton Kemp versterkten we de uitwisseling tussen Wolwêze en de Noordsterren. Dit was nog niet makkelijk. De Noordsterren vonden Wolwêze vies en de Wolwezens de Noordsterren arrogant.  Maar uiteindelijk resulteerde dit in de grootste auditie/selectie van de Noordsterren ooit. Ongeveer 40 man/vrouw in totaal. Je kunt je voorstellen dat zo’n migratie ook weer gevolgen heeft en team ‘huh’ kon deze braindrain dan ook niet aan en verwaterde langzaam. Ook de Noordsterren kregen te maken met een grote groep nieuwe spelers die in veel opzichten niet leken op de ‘traditionele’ leden, wat ook wat onrust gaf. Vier van deze nieuwe leden : Heidi, Ceciel, Bonne en Kevin zouden nog in de finale spelen van het NSK van 2008!
 
De samenvatting: resultaten lessen en tips
Resultaat.

Veel spelers die ooit met regelmaat bij Wolwêze over de vloer kwamen zijn nu gerenommeerde spelers in het Nederlandse impro circuit. Waaronder Kevin van der Leer en Bonne Ziens, Sander Veen van man met snor, Luciën Greefkes de pianist, Ceciel Jenner van Rocky Amaretto en ikzelf van de jonge woudlopers. Ik vergeet er zeker nog een paar, dus voel je vrij deze lijst aan te vullen.
Zelf heb ik er veel leren organiseren en mijn eerste trainingen in theatersport gegeven, man wat zagen die lesvoorbereidingen van toen er beroerd uit. Nog bedankt voor jullie geduld lieve Wolwezens. Ik noemde ze vaak Wollers maar werd daarop door Kevin gerectificeerd.
 
Tips om zelf zoiets op te zetten:
Er zijn een hoop dingen die je kan leren van wat hier bij Wolwêze ontstond, ik noem er hier vijf:
  1. Stimuleer een omgeving waar iedereen zichzelf kan zijn en diversiteit gevierd wordt. Zo creëer je een hoop veiligheid waardoor spelers makkelijk expressief kunnen zijn. Of zoals een Wolwezen het beschreef: “Mensen gedroegen zich zonder te acteren al als volledige idioten. Dus theatersport was niet echt eng.”
  2. Creëer een thuisgevoel, zowel voor spelers als voor je publiek, dit gevoel van ergens bij horen maakt dat mensen blijven terugkomen. Denk ook aan het drankje na de les.
  3. Speel met grote regelmaat in een veilige laagdrempelige setting. De open podia waar iedereen iets mocht doen maakte dat spelers gewent waren om voor een publiek te spelen en de interactie met publiek aanvoelden. In combinatie met de les eerder die avond werden er ook steeds nieuwe games toegevoegd waardoor publiek bleef terug komen. Van spelers hoor je terug: “er was geen lat”, “iedereen was welkom” en “er werd nooit gezegd dat iets kut was”.
  4. Geef met voorspelbare regelmaat (wekelijks) les. In combinatie met de open podia werkte dit als een katalysator. In de les werden de spelmechanismen en gamevorm geoefend diezelfde avond werden ze toegepast voor publiek. Zorg dat in ieder geval de helft van deze lessen door een professional gegeven worden.
  5. Breng voorstellingen van buiten, binnen. Hierdoor krijgen de spelers nieuwe inspiratie, voorkom je navelstaren en kan je een ambitie aanwakkeren.

Lessen (leer van onze/mijn foutjes):

  1. Hou regie! Zorg dat er iemand  met een team de regie houdt over het proces. Deze zorgt dat er een docent is voor de lessen, een presentator van de show en heeft een langere termijn planning die deze bewaakt. Omdat we allemaal als blije ei’ en aan het leren waren ontbrak het wel aan een lange termijn planning.
  2. Zorg voor professionele opvolging. Het is mij niet gelukt om andere studenten van de theaterdocent opleiding binnen te krijgen bij Wolwêze. Noch heb ik middels een train de trainer nieuwe trainers opgeleid. Dit laatste zou de boel wel hebben gerekt (???), maar uiteindelijk is er toch een échte theaterdocent nodig.
  3. Onderhoud de bron. Toen team ‘huh’ ampas (???) naar de Noordsterren ging, stond er geen nieuwe groep klaar om dat gat te vullen. Toen de vereniging om financiële redenen uit het pand moest waren ze ook hun podium en repetitie ruimte kwijt. Toen was het eigenlijk afgelopen. Dus onderhoud nieuwe aanwas, organisatie en een pand.
  4. Bewaak het verhaal. Doordat spelers wekelijks voor een ‘lollig’ publiek staan krijgen ze ook een scoringdrang om grapjes te maken die bij dat publiek goed vallen. Dit gaat vaak ten koste van het verhaal. Hierdoor krijgen ze buiten hun vaste publiek om wel eens de deksel op de neus. Met theorie en (acteer)technieken help je de spelers om het verhaal te bewaken.
Zorg voor doorstroom naar semi professionele groepen onder dezelfde paraplu.

Share

0 Reacties

2/1/2017

Feedback in impro

0 Reacties

Read Now
 
Picture



                                                        
 
Zo geef je effectieve feedback
Hoe gaat jouw improvisatie-groep om met het geven van feedback aan elkaar? En hoe begeleid je dit als docent? Dit vroeg ik me af nadat ik dit een aantal keer van afstand behoorlijk mis zag gaan. Daarom in deze blog: tips voor effectieve feedback.
Wanneer een groep of vereniging niet af en toe stil staat bij het onderlinge proces en het geven van feedback kan dit grote gevolgen hebben. Er ontstaat een verziekte sfeer, een angstcultuur, mensen lopen weg of een groep knalt in zijn geheel uit elkaar.
Eerst even een paar algemene tips over het geven van feedback onderling. Deze tips komen voort uit observaties van mijzelf, maar ook van andere improtrainers.

​
Individuele feedback (tijdens de trainingen)
  • Hou het bij jezelf
Wat wil jij eigenlijk anders? Wat wil je beter en mooier? Hierdoor verbind je jezelf ook aan het resultaat, je bent een speler (zowel een improspeler als ook een “speler” in het proces van feedback geven en ontvangen) en je onderkent dat.
  • Wees objectief
Als ik één ding van mijn tijd bij de politie heb geleerd, is het objectief observeren. Het moeilijkste hiervan is het vermijden van woorden die een reeks handelingen samenvoegen en labelen. Een slechtvoorbeeld: “je blokkeerde constant.” Een slechter voorbeeld: “Je vertraagde de scene.” Een beter voorbeeld: “Ik hoorde je veel vragen stellen zoals ‘wie bent u?’ en ‘wat zullen we gaan doen?’”
  • Oorzaak-gevolg
Begin bij de oorzaak en benoem daarna jouw interpretatie van het gevolg, bijvoorbeeld: “Daardoor zag ik dat de andere speler veel moest verzinnen en jullie niet bezig konden zijn met de volgende logische stap in het verhaal.”
  • Glimlach
Al is het maar een beetje. Niet alleen om te laten zien dat je het goed meent, maar ook omdat wanneer je (ook al is het minimaal) glimlacht, je stembanden ontspannen zijn en een prettige warme klank geven.
  • Wees eerlijk en transparant
Vertel eerlijk wat jouw ambitie en belang is. ‘Wie goed doet, goed ontmoet’ zei mijn moeder altijd. Dus als je wilt dat anderen eerlijk en open naar jou zijn, moet jij het ook zijn.
  • Check je feedback
  • Check of de ander snapt wat je bedoelt, zonder de ander voor dom uit te maken ;-) “Moet ik het nog toelichten, heb ik het goed voor je verwoord?”
  • Wees je ervan bewust dat je de waarheid niet in pacht hebt
Alle wetenschap is uiteindelijk gebouwd op drijfzand (Karl Popper) en een wijs mens durft te twijfelen. Er is ook vast een situatie te bedenken waarin één van deze tips een andere uitwerking heeft.
 
Feedback als groep (zowel tijdens voorstellingen als tijdens trainingen)
  • Geef persoonlijke feedback één op één
Onder het mom van ‘feedback’ komt het wel eens voor dat er ‘afgerekend’ wordt met iemand door een hele groep. Dit moet je niet willen, ook al voelt het even terecht, het kan het slachtoffer flink beschadigen. Bovendien kan je zelf ook een keer aan de beurt zijn. Wat beter werkt, is een buddy systeem waarbij twee spelers elkaar persoonlijke feedback geven.
  • Wees onderzoekend
Maak er tijdens een training met elkaar een laboratoriumsituatie van waarbij je onderzoekt wat wel en niet werkt. Glimlach en zeg: “Ok, we proberen het nog een keer.” Je wilt immers allemaal hetzelfde einddoel, een scene die bij zowel speler als publiek voldoening geeft.
  • Stimulerende spelcoaching tijdens een training
Vertel wat wel werkt en waar je meer van wilt zien. Dat kan ook tijdens een scene door middel van side coaching: “ jaa stilte laten vallen, heel mooi, zet door”.
  • Spreek de verschillen in ambitie en belangen uit
Hou een keer per jaar een gesprek met elkaar wie jullie als groep willen zijn. Wanneer de verschillende ambities en belangen niet uitgesproken worden, kan dit tot spanningen leiden.
  • Pauzemoment
In de pauze van een voorstelling kun je bijvoorbeeld (in plaats van benoemen van wat er allemaal slecht ging) een zogenaamd “wensenrondje” doen. Een ieder benoemt wat hij of zij nog graag zou willen spelen; “Heeft iemand nog wensen voor de tweede helft? Wat wil je en wat heb je daar voor nodig?”
 
Feedback als docent (tijdens trainingen).
  • Alles wat al is genoemd bij ‘individuele feedback’.
  • Maak van je feedback een gesprek
Lastig om te doen, maar het geeft bijzonder veel voldoening als het lukt. Wat het lastig maakt, is dat je veel tegelijkertijd moet doen: het proces leiden, graven in je geheugen voor concrete observaties, deze observaties te koppelen aan jouw emotionele respons en interpretatie, samenvatten wat de ander zegt, de non verbale signalen van de ander waarnemen en interpreteren en doorvragen.
  • Maak jezelf misbaar
Zorg ervoor dat de spelers de feedback op meerdere situaties kunnen toepassen. Veralgemeniseer je feedback en voorkom tegelijkertijd bulkbegrippen als: ’energie’. Deze bulkbegrippen hebben namelijk altijd jou nodig als duider. Hierdoor maak je je cursist afhankelijk van jouw duiding.
  • Koppel je feedback aan je lesdoel
Bijvoorbeeld: “Deze les gaat over dit doel en ik gebruik deze spelvorm om dat doel te oefenen. We gaan daarom niet uitgebreid aandacht besteden aan andere onderwerpen die mogelijk in de spelvorm naar voren komen.”
  • Inventariseer waar behoefte aan is
Niet iedereen in de groep heeft dezelfde ambitie, behoeften of belangen. Als je vaker (dan een blok) les gaat geven aan een vaste groep, in het handig deze te inventariseren. Sommigen willen bijvoorbeeld gewoon een keer per week ‘lekker gek doen’ en komen niet om iets te leren. Het is ook goed om je als docent af te vragen waar je zelf behoefte aan hebt.
 
Nu we helder hebben wat werkt is het wel vermakelijk om even een aantal risicovolle casussen aan te halen. Waarschijnlijk zijn ze voor jou wel herkenbaar en kan je er al wat tips op toepassen.
 
Bloksysteem als ontwijkmiddel
Veel groepen werken met blokken. Een docent geeft vier lessen, brengt zijn specialisme over en is weer weg. Hierdoor kan hij niet het proces in de groep monitoren, kan geen patronen vaststellen in het spelproces en heeft niet de tijd en ruimte om deze duurzaam ter sprake brengen. Ik merk dat dit bloksysteem wel eens onbewust gebruikt wordt om de focus te leggen op het eind product (verhalende scenes, comedy, zangstructuren) en het maar niet over de onderlinge verhoudingen te hebben. Terwijl steeds als Japie opstaat het significant lang duurt voordat iemand zich opoffert om met hem een scene te spelen.
 
Vendetta
Telkens wanneer A iets zegt schiet B in een kramp en vice versa. Dit begint nog met vriendelijk wegkijken, maar loopt op naar: snuiven, gespannen bovenlip, “ja maar”, “mag ik even uitpraten” en eindigt in een uitbarsting met woorden als ”jij”, “altijd”, “ik “en “nooit” waarna er één weg loopt.
 
Tomeloze ambitie met beperkte middelen
Enkele groepsleden willen heel graag erkenning. In aanloop naar een groot toernooi zijn ze druk aan het analyseren wat voor scenes punten scoren bij de rechters en in welke poule ze terecht zijn gekomen. Er wordt driftig geappt in de groepsapp. Een aantal andere leden van de groep wordt steeds stiller en reageert steeds minder vaak. Hoe meer de eersten hun ambitie tonen, des te vaker zeggen de anderen trainingen af. Eigenlijk geloven ze niet dat de groep en vooral die ambitieuze spelers de kwaliteiten hebben om deze ambities ook waar te maken. Het wordt echter nooit openlijk besproken.
 
Praten praten Praten
Na iedere scene wordt er bij ons altijd lang geëvalueerd waarbij iedereen iets mag zeggen en er hele discussies ontstaan. Er wordt vaak benoemd wat iemand deed en wat hij beter had kunnen doen.
Er wordt ook veelal iets herhaalt, maar ja: iedereen moet toch iets mogen zeggen…?
 
Professor Zuurpruim
Het is pauze en Dennis met zijn mondhoeken die permanent in standje ontevreden staan, komt zijn eigen angst en perfectionisme projecteren. Er komt een grote opsomming van zaken waar hij niet tevreden over is en waar beter op gelet moet worden. Tevens zegt hij waar mensen persoonlijk aan moeten werken in de tweede helft. Wij zuchten en knikken. Na de pauze gaat het nog slechter dan voor de pauze, deze spelers kijken veel naar de grond en zijn erg bezig zich alle “tips” uit de pauze te herinneren. Alleen Dennis speelt een stuk vrijer. Bob luistert nu in de pauze liever een muziekje en probeer Dennis te ontwijken.
 
Commercieel belang
Trudy heeft een bedrijfje in impro. Ze geeft impro workshops en speelt af en toe shows voor bedrijven en scholen. Met voorstellingen kan Trudy meestal niet, ze heeft het ook heel erg druk…
Sanne denkt dat Trudy zich schaamt voor de andere spelers.
 
Senioriteit
Gea vindt dat ze altijd gelijk heeft, want ze doet het langst aan improvisatie van iedereen. Ze was zelfs bij de oprichting van de vereniging, niemand hoeft haar meer iets te vertellen. Daarentegen geeft ze vanuit haar zelfgebouwde ivoren toren wel graag advies aan anderen.
 
Komt eens van deze situaties je net iets te bekend voor? Dan is het hoog tijd om het in je groep eens te hebben over het proces en feedback!

Share

0 Reacties
Voorwaarts>>
Details

    Fulco 

    Fulco is theaterdocent en impro speler

    Archives

    Juni 2022
    Februari 2020
    Mei 2019
    Februari 2019
    Januari 2019
    December 2018
    Augustus 2018
    Juli 2018
    Juni 2018
    Mei 2018
    Maart 2018
    Februari 2018
    Januari 2018
    December 2017
    November 2017
    September 2017
    Juni 2017
    Mei 2017
    April 2017
    Januari 2017

    Categories

    Alles

    RSS-feed

  • Cursussen
  • Workshops
  • Voorstellingen
  • Wie
  • Contact
  • Blogs
  • Impro voor kids
  • Rechts van het midden